Blog: De Hoftoren en de twaalf zintuigen

Blog: De Hoftoren en de twaalf zintuigen

Recent zijn vier proeftuinen Hybride Werken opgeleverd bij het Ministerie van OCW in de Hoftoren in Den Haag. Hierbij is de standaard rijkswerkomgeving ‘geontkantoriseerd’. In deze blog vertelt Iris Bakker er alles over.

Zintuigen lijken maar een soft goedje te zijn. Niets is minder waar. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat sturen op de totale belevingskwaliteit van de werk- en leefomgeving mogelijk is door gebruik te maken van kennis van de twaalf zintuigen.

De standaard rijkswerkplek is gedurende de afgelopen jaren tot stand gekomen dankzij zorgvuldig rekenwerk, doordachte strategische analyses en een streven naar efficiency en effectiviteit. Hierbij is minder aandacht besteed aan factoren die bijdragen aan beleving en sfeer.

Het Project Hybride Werken binnen het Ministerie van OCW heeft tot doel een goede balans te vinden tussen werken thuis of elders en het werken op kantoor. Binnen het Ministerie wordt belang gehecht aan de fysieke aanwezigheid op kantoor: dit draagt bij aan wezenlijke thema’s als sociale cohesie, betrokkenheid en serendipiteit. Om deze reden is het van belang dat de rijkswerkomgeving als aantrekkelijk wordt ervaren. Omdat elk mens zijn of haar omgeving ervaart met zijn zintuigen, is bij vier proeftuinen zintuiggewijs de standaard rijkswerkomgeving getransformeerd tot gebieden met elk een eigen en karakteristieke belevingskwaliteit die sensorisch de twaalf zintuigen in voldoende mate voeden. In onderstaande tekst komen een aantal zintuigen aan bod om aan te geven welke aspecten op de werkvloer van waarde kunnen zijn.

De gehoorzin: het oor

We leven in een tijd waarin steeds meer isolement ontstaat door de toename aan mogelijkheden voor virtuele communicatie en ICT-ontwikkelingen. Gevaren voor deepfake liggen op de loer. Communiceren via de app of e-mail toont beperkingen: geschreven taal heeft zijn beperkingen. Fysiek in werkelijkheid met elkaar spreken en samenwerken leert mensen over elkaars werkelijke intenties. Zo onthult het oor de werkelijke intentie van de menselijke stem: wat bedoelt iemand precies? Is er twijfel of juist zekerheid? Is die zekerheid echt of gespeeld? Het oor biedt die informatie en samen met facial expression en lichaamstaal spreekt de gesproken stem boekdelen! Om deze reden zijn naast overlegruimtes met de modernste digitale Microsoft tools, ruimtes ingericht met het accent op fysiek in werkelijkheid met elkaar samenwerken en overleggen. Hier zijn geen digitale tools aanwezig, maar slechts fysieke niet virtuele ondersteuningsmiddelen. Deze middelen zijn vooral geselecteerd omdat ze de tastzin activeren.

De tastzin en de bewegingszin

In deze tijd wordt onze tastzin tijdens ons werk vooral digitaal geactiveerd tijdens het tikken, swipen, vegen en slepen. De bewegingen die onze handen maken zijn daarmee vrij monotoon en voor een gedifferentieerd zintuig als de tastzin is de activatie te beperkt. Onze handen zijn namelijk ontwikkeld als lichaamsdelen die grijpen, trekken, vatten, graaien, wroeten, pakken, knijpen….Het is een gegeven dat de evolutionaire ontwikkeling van de hand een samenhang heeft met de ontwikkeling van onze hersenen. Er is dus een link tussen de activatie van de hand en het denken. Om deze reden zijn in de proeftuinen bij het Ministerie van OCW-ruimtes ingericht om samen te werken waarbij de medewerkers gebruik kunnen maken van fysieke hulpmiddelen om complexe vraagstukken uit te werken door onder andere te tekenen of te krijten. Een zintuig staat nooit op zichzelf, andere zintuigen doen altijd mee. Als men doende is om een probleem aan te pakken speelt hierbij niet alleen de tastzin een rol, een zintuig als de bewegingszin doet gelijk mee.

De tastzin en de levenszin

In reguliere werkomgevingen zijn oppervlakten relatief vaak hard. Zo bestaat de werkomgeving in de Hoftoren uit glaswanden, metaalwanden, vlakke houten panelen en kortpolig tapijt. De tastzin is sensitief voor hollingen, bollingen, stoffen met een gevarieerd oppervlak, rulheid, ruwheid, zeer verfijnde texturen, beweging tot scherpe randen. De hoofdtaak van de tastzin is het informeren over de begrenzingen van ons eigen fysieke lichaam. De tastzin vertelt dus waar we als het ware ophouden. Als de tastzin te weinig wordt geactiveerd, ervaren wij als mens onze eigen omgrenzingen onvoldoende. Dat heeft invloed op onze gevoelens van zekerheid. Door de zwakke activatie van de tastzin voelen we ons (psychologisch) minder zeker. In de proeftuinen is gekozen voor materialen die dankzij een gedifferentieerd oppervlak de tastzin activeren. Gekozen is voor een combinatie met vooral natuurlijke innovatieve materialen die ook een positief effect hebben op de Levenszin. Dit is een wat minder bekend zintuig dat informatie biedt over ons lichamelijk welzijn en onze lichamelijke constitutie. De levenszin heeft een verbintenis met de vitaliserende natuur.

Voorbeelden zijn de toepassing van een scheidingswand die is opgebouwd uit een houten raamwerk gevuld met matten bestaande uit bewerkte aardappelschillen. Hierdoor ontstaat een mooi lichteffect in de gang vanuit een fijnmazige structuur. De met 3D-printer gemaakte modulaire matten vormen een biologisch afbreekbare matrix structuur die door mariene ecologen benut worden als matten die ze plaatsen in kwelders waarop planten kunnen wortelen en groeien. Het is een 100% natuurlijk materiaal. Ook zijn weefsels toegepast die volledig uit cellulose bestaan afkomstig van beuken of kunstleer afkomstig van afval van mangobladeren. Ook de wanden van mycelium tonen een natuurlijke textuur die bovendien een hoge akoestische kwaliteit heeft.

De gezichtszin: kleur

In de bouw doet zich een opmerkelijk fenomeen voor of we nu naar scholen kijken, ziekenhuizen of kantoren. Opvallend vaak zien we antraciettinten, zwart en diverse tinten wit en dat terwijl mensen zonder uitzondering kleurrijke wezens zijn. Omdat elk mens zich reflecteert op zijn omgeving, is het zinvol kleur toe te passen. Kleur is een wezenskenmerk van de levende omgeving en heeft een directe link met de levenszin. Om dit te accentueren is op diverse plekken gekozen voor een relatief hoge verzadigingsgraad (de mate van pigment).

Denkzintuigen

Denkzintuigen zijn minder bekend, toch zijn deze zintuigen er wel degelijk. Het zijn vermogens om dingen om ons heen te herkennen, betekenissen en bedoelingen te begrijpen en uniciteit waar te nemen. In de gebouwde omgeving worden vaan de denkzintuigen, maar nauwelijks geactiveerd. Als je dwaalt door een gebouw vraag je je vaak af of je nu op de 2e of de 3e verdieping bent omdat alles op elkaar lijkt. Gebieden zijn maar al te vaak weinig zeggend. Juist bij een ministerie met de O van Onderwijs, de W van Wetenschappen en de C van Cultuur verwacht je dat er herkenbare elementen zijn die met die O, de W en de C te maken hebben. Zo is in een aan de proeftuinen een ‘Griekse agora’ gerealiseerd, het oude marktplein waar oude Grieken eeuwen her bijeen kwamen om met elkaar te discussiëren over kennis. Ze hadden hier zelfs een apart woord voor: de tijd die ze spendeerden aan deze filosofische en wetenschappelijke discussie werd ‘scholea’ genoemd, het woord dat de grondslag vormt voor het woord ‘school’. Op deze wijze geeft de omgeving invulling aan de O van Onderwijs.

Bij de innovatieve natuurtoepassing als de aardappelschillen, het beukenweefsel, het mangoleer en het mycelium staat aangegeven hoe deze materialen met welke technologische bewerking  en doelstellingen zijn geproduceerd. Ook is op de 9e verdieping een lichtkunstwerk van het sterrenstelsel te zien. Zo wordt invulling gegeven aan de W van Wetenschap.  Ook wordt aandacht gegeven aan de tijdgeest, een fenomeen dat we veelal, maar bitter weinig zien in werkomgevingen. Omdat het verleden ons heeft gevormd en omdat onze kennis stoelt op oude kennis, zijn in de proeftuinen tal van oude elementen aanwezig, variërend van Arnhems plateel tot oorspronkelijke Thonetstoelen, een oude doorleefde werkbank tot hergebruikte cafétafels. Op deze manier is invulling gegeven aan de culturele component, ofwel de C van Cultuur.

Per proeftuin en per ruimte is bezien of de sensorische informatie van alle twaalf de zintuigen in een zekere balans is en gezamenlijk bijdragen aan een belevingskwaliteit die het gevoel van harmonie geeft. Het gevolg daarvan is dat de rijksambtenaar een ruimte ervaart als ‘het voelt hier goed’.

 





 

Delen: Twitter LinkedIn Facebook
Iris  Bakker

Iris Bakker

Interieurarchitect, huisvestingsadviseur, docent, auteur, Levenswerken

»

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven