Jan Gerard Hoendervanger promoveert op flexkantoor

Jan Gerard Hoendervanger promoveert op flexkantoor

Of je de opkomst van het flexkantoor moet vrezen of toejuichen, hangt af van je werk, je psychologische behoeften en je gedragspatronen, zo blijkt uit het promotieonderzoek van Jan Gerard Hoendervanger.

Jan Gerard Hoendervanger is expert bij Smart WorkPlace en hoofddocent van de Basisopleiding workplace management van de WorkPlace Academy. Hij promoveerde op 8 april aan de Rijksuniversiteit Groningen met zijn proefschrift ‘On workers’ fit with activity-based work environments’.

Overal ter wereld werken steeds meer mensen in een flexkantoor, met een mix van verschillende werk- en overlegplekken voor verschillende werkzaamheden. De opmars zet zich naar verwachting in versterkte vorm voort na de coronatijd. Of je dit moet vrezen of toejuichen, hangt af van je werk, je psychologische behoeften en je gedragspatronen, zo blijkt uit het promotieonderzoek van Jan Gerard Hoendervanger.

Het werkplekconcept past goed bij stereotypische kenniswerkers: mensen in functies met diverse werkzaamheden en een hoge mate van autonomie en sociale interactie. Zij maken soepel gebruik van verschillende plekken om te werken, zowel binnen als buiten het kantoor. Deze groep ervaart een betere match tussen hun werk en de werkomgeving dan mensen met een ander profiel. De onderzoeksresultaten laten zien dat de ervaren ‘fit’ zich vertaalt naar tevredenheid en werkprestaties.

Er valt in de praktijk nog veel te verbeteren bij de implementatie van het flexconcept, zodat meer mensen een goede match kunnen ervaren tussen hun werk en hun werkomgeving. De belangrijkste verbeterpunten betreffen de ondersteuning van concentratiewerk. Hiervoor zijn doorgaans veel te weinig geschikte werkplekken beschikbaar. Bovendien worden deze plekken vaak niet optimaal gebruikt, vanwege praktische en psychosociale barrières. Het gevolg is dat er veelvuldig concentratiewerk wordt uitgevoerd in open werkomgevingen. Dat is voor niemand optimaal en vooral hinderlijk voor mensen met een sterke psychologische behoefte aan privacy.

De inzichten uit dit onderzoek kunnen in de praktijk worden gebruikt om de werkomgeving beter af te stemmen op de uiteenlopende behoeften binnen een organisatie. De coronatijd zal de werkpatronen en -behoeften naar verwachting zodanig veranderen, dat het flexkantoorconcept daar voor meer mensen goed bij zal aansluiten. Een succesvolle implementatie van het concept – gericht op ‘fit’ voor alle gebruikers – vraagt om een uitgekiende mix van verschillende werk- en overlegplekken, gebaseerd op een gedegen analyse van kenmerken van de mensen, het werk en de organisatie, en met aandacht voor het stimuleren van flexibel gebruik in overeenstemming met wisselende taken en behoeften.

Lees hier het proefschrift van Jan Gerard Hoendervanger.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven