Borstvoedingsfaciliteiten: gezondere werknemers, meer werktevredenheid, betere work-life balance
Waarom zijn borstvoedingsfaciliteiten belangrijk voor organisaties? En hoe kan borstvoeding het beste worden ondersteund? Sjoukje van Dellen van Smart WorkPlace partner Innovatiewerkplaats Healthy Workplace legt dit uit.
Inclusiviteit en gezondheid
Organisaties hebben de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt bij het creëren van gezondere werkplekken. Steeds meer aandacht gaat uit naar preventieve maatregelen om de gezondheid en het welzijn van werknemers te verbeteren, bijvoorbeeld door het aanbieden van gezonde voedingskeuzes en bewegingsprogramma's, het zorgen voor een gezond binnenklimaat en door maatregelen om stress tegen te gaan. Dit is niet alleen belangrijk voor werknemers, maar ook voor organisaties, want immers: zonder gezondheid geen productiviteit. Bij dit streven naar gezondere werkplekken is het belang van borstvoedingsfaciliteiten tot nu toe - ten onrechte - onderbelicht gebleven.
Belang van borstvoeding
Uit steeds meer onderzoek blijkt dat borstvoeding belangrijke positieve effecten heeft voor de gezondheid van zowel baby’s als moeders. Voor baby’s zorgt borstvoeding voor bescherming tegen infecties, een afname van risico op overgewicht en diabetes, en een hogere intelligentie. Je zou dat kunnen zien als een belangrijke potentiële bijdrage van organisaties aan de samenleving; ook in het licht van maatschappelijke verantwoord ondernemen. Voor moeders biedt borstvoeding onder meer bescherming tegen borstkanker, eierstokkanker en diabetes type 2. En van gezonder personeel profiteren ook de bedrijven. De WHO adviseert om baby’s tenminste zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven en om de borstvoeding daarna, naast andere voeding, nog twee jaar voort te zetten.
Voor organisaties is borstvoeding dus van groot belang. Doordat borstvoeding de gezondheid van moeders en kinderen verbetert, leidt dit tot lager ziekte- en zorgverzuim. Onderzoek uit de VS laat bovendien zien dat borstvoedingsondersteuning op het werk kan leiden tot meer werktevredenheid en een betere work-life balance. Dit betekent dat het aanbieden van goede borstvoedingsfaciliteiten altijd leidt tot een win-win situatie, waar zowel moeders en kinderen, als organisaties profijt van hebben.
Lage borstvoedingspercentages, slechte faciliteiten
Wereldwijd wordt er echter nog weinig borstvoeding gegeven en worden de richtlijnen van de WHO meestal niet gehaald. Vooral in Westerse landen wordt er relatief kort borstvoeding gegeven. Zelfs in Nederland begint weliswaar 80% van de moeders met borstvoeding, maar geeft nog slechts 39% van hen exclusief borstvoeding met 6 maanden.
Eén van de redenen dat vrouwen vroegtijdig stoppen is de lastige combinatie van borstvoeding en werk. Voor vrouwen die borstvoeding geven is het nodig dat zij tijdens een werkdag meerdere keren hun baby kunnen voeden of melk voor hun baby kunnen kolven. Volgens de wet moet de werkgever hiervoor voldoende tijd en een geschikte ruimte beschikbaar stellen. Uit onderzoek van de Commissie voor gelijke behandeling blijkt echter dat veel moeders niet over een kolfruimte beschikken en in de praktijk vaak nog in een opslaghok of op het toilet moeten kolven. Dat betekent dat veel moeders moeten kiezen tussen stoppen met borstvoeding, of kolven in een ongeschikte en soms zelfs onhygiënische ruimte. Het is onvoorstelbaar dat dit nog steeds voorkomt in een hoogontwikkeld land als Nederland.
Promotieonderzoek naar borstvoedingsfaciliteiten
Momenteel werkt Sjoukje van Dellen binnen het lectoraat FM van de Hanzehogeschool Groningen aan een promotieonderzoek om na te gaan welke invloed de inrichting van kolfruimtes heeft op vrouwen die kolven op het werk. Ze heeft onder andere vastgesteld dat de kwaliteit van kolfruimtes positief samenhangt met tevredenheid, de mate waarin vrouwen zich in staat voelen om te kolven op het werk, en waargenomen steun van collega’s en managers. Nieuw experimenteel onderzoek moet duidelijk maken of kolven makkelijker gaat in kolfruimtes die ontspanning bevorderen, door onder andere een huiselijke inrichting, het inzetten van biophilia, en het aanbieden van recreatiemogelijkheden. Eerder onderzoek laat namelijk zien dat ontspanning belangrijk is om borstvoeding te faciliteren. Daarnaast is het aanbieden van een borstvoedingsbegeleidingspakket, waarin vrouwen langdurige begeleiding van een lactatiekundige kregen, zeer effectief. De vrouwen die begeleiding kregen, hadden gemiddeld 66% minder risico om te stoppen met borstvoeding ten opzichte van moeders die geen begeleiding kregen. Dat bleek uit een wetenschappelijke studie die vorig jaar werd gepubliceerd in BMC Public Health in het kader van Sjoukjes promotieonderzoek.
Wat kunnen organisaties doen?
Het onderzoek van Sjoukje van Dellen geeft een aantal belangrijke aanknopingspunten voor organisaties die willen weten wat zij kunnen doen om de combinatie van werk en borstvoeding eenvoudiger te maken. Ten eerste kunnen organisaties het voor vrouwen makkelijker maken om te kolven op het werk, door in elk geval een geschikte, schone, en afsluitbare ruimte en voldoende tijd voor het kolven aan te bieden. Daarbij is het belangrijk om aandacht te besteden aan de inrichting van de kolfruimte, zodat vrouwen op een prettige en ontspannen manier kunnen kolven. Bovendien kunnen bedrijven een borstvoedingsbegeleidingspakket aanbieden of een (extra) vergoeding voor lactatiekundige hulp. Zelfs bedrijven met beperktere financiële middelen kunnen met kleine aanpassingen veel bereiken, door goed af te stemmen met hun vrouwelijke werknemers. In kleinere bedrijven kan een tijdelijke kolfruimte een oplossing zijn (bijvoorbeeld door het aanpassen van een bestaande ruimte, of door het inhuren van een stand-alone kolfruimte). Ook is het soms mogelijk om een ruimte multifunctioneel in te zetten. Hierbij blijft het belangrijk om goed te overleggen met de vrouwen die gebruik zullen maken van de ruimte. Een open en positieve sfeer rondom borstvoeding is daarom misschien nog wel het belangrijkste: laat merken dat je werknemers wilt ondersteunen en maak borstvoeding geven bespreekbaar.
Bronvermelding foto: Serie Melk in de Meterkast (Floor Fortunati, 2019)
Onderzoeker bij Kenniscentrum Noorderruimte, Hanzehogeschool Groningen
Draaijer Groep en HEYDAY slaan handen ineen
zaterdag 23 december
Per 1 januari 2025 voegen HEYDAY en Draaijer Groep de directies samen. De nieuwe algemeen directeur Danny van Rossum (foto): ...
Basiscursus WorkPlace Management krijgt rapportcijfer 8
zaterdag 23 december
De Basiscursus WorkPlace Management is met het rapportcijfer 8 goed gewaardeerd door de cursisten. Wil jij 2025 goed beginnen? ...