Op weg naar een optimale kantoorbeleving: van grip naar slim naar fit
Hoe zorg je dat je kantoorgebouw zorgt voor een optimale beleving? Door van grip naar slim naar fit te gaan, zegt Ralf Daggers, Smart Buildings Directeur van Smart WorkPlace-partner Croonwolter&dros.
In een interview met Vastgoedjournaal schetst hij een aantal belangrijke ontwikkelingen. Zo zal in 2020 50 procent van de beroepsbevolking uit millennials bestaan, een groep die op een manier werkt die haaks staat op de manier van de generatie ervoor. “De vraag is hoe je dat nieuwe werken kunt faciliteren met je gebouw.”
Well-being
Een tweede ontwikkeling is dat de focus bij huisvesting momenteel op de well-being van de medewerkers ligt, daar waar traditioneel vooral werd gekeken naar de kosten. Daggers vindt het daarom logischer dat facilities bij HR worden ondergebracht in plaats van bij de financieel directeur. “Ik zie op het ogenblik wel dat als facilities bij HR is ondergebracht, het beter is geregeld.” Tegelijkertijd realiseert Daggers zich ook dat dat niet zomaar is geregeld en hij legt uit waarom: “Well-being mag dan een want have zijn; het is nog lang geen must have.”
Drie treden
Volgens Daggers ontbreekt het nog vaak aan een visie. Hij onderscheidt bij het faciliteren van well-being van medewerkers drie treden: “Het goed geregeld hebben van flexwerken is de eerste trede. Trede twee is dat mensen beschikken over een prettig gebouw, waar dingen als licht, lucht en temperatuur goed geregeld zijn. Wij hebben een concept waarbij je gaat van grip, naar slim, naar fit. De eerste stap is dat je grip hebt op het gebouw, dat geldt vooral bij de oudere gebouwen, en op basisvoorzieningen als licht, lucht en temperatuur. Vervolgens spreken we van een slim gebouw: een gebouw dat voor je werkt, waarbij sprake is van adaptief comfort. Het tunen van het binnenklimaat is één van de proposities van slim. De derde stap is een fit gebouw: een gebouw dat met je mee ademt.”
Smart building
Bij een fit gebouw kom je volgens Daggers uit bij het concept smart building, waarin alle technische aspecten samenkomen die een gebouw optimaliseren voor alle partijen. Dus zowel voor de huurder als de verhuurder. Het gaat daarbij om een combinatie van aspecten, zoals energie, comfort, technisch beheer en uiteindelijk hospitality.
In het interview met Vastgoedjournaal legt Daggers uit hoe zijn bedrijf momenteel onder de noemer C-the change de verduurzaming van bestaande gebouwen aanpakt. “We bieden integrale oplossingen die zijn altijd onderbouwd vanuit meerdere disciplines waaronder elektrotechniek, werktuigbouwkunde, informatisering en automatisering. Dat integrale is interessant voor grote gebouweigenaren omdat ze daarmee alles bij één partij neer kunnen leggen.”
Data koppelen
Het bedrijf zet slimme technologie in om data in en rond een gebouw te verzamelen, om vervolgens processen aan- en bij te sturen. “Door deze data, ook van de gebruikers, te koppelen kun je bijvoorbeeld de energieprestaties van een gebouw proactief managen. En je kunt als eigenaar een beter gefundeerde strategie bepalen voor investeringen en komen tot een natuurlijk herinvesteringsmoment en een dynamische meerjaren onderhoudsplanning. We gaan uiteindelijk toe naar zelflerende, adaptieve, vitale gebouwen. Gebouwen die met je mee ademen.”
De onderschatte waarde van vergaderingen
dinsdag 19 december
Vergaderingen zijn veel meer dan momenten van overleg: ze vormen een spiegel van de cultuur binnen jouw organisatie. In ...
Duurzaam aanbesteden in de facilitaire sector: het kan!
dinsdag 19 december
We hebben de mond vol over duurzaamheid. In de praktijk blijkt duurzaam opereren een stuk weerbarstiger, concluderen deelnemers ...