Bied je als werkgever jouw werknemers concrete maatregelen aan om duurzamer te reizen, zoals een fietsplan en ov-jaarkaart, dan is de kans groot dat dit aanslaat in het bedrijf.

Dat zeggen zeven grote Utrechtse werkgevers, die de afgelopen jaren activiteiten op het gebied van duurzame mobiliteit hebben uitgevoerd. Het gaat om ASR, Berenschot, Royal HaskoningDHV, Triodos, Arval, Lomans, en KWS. Ze hebben daarover een whitepaper samengesteld.

Drie drijfveren

Daarin stellen ze vast dat er grofweg drie drijfveren zijn om duurzame mobiliteit aan te jagen: intrinsieke motivatie, beleidsmatig ingegeven en als gevolg van externe eisen. “Bij intrinsieke motivatie kiezen medewerkers zelf voor een duurzaam alternatief. Als het beleidsmatig is ingevoerd vindt de organisatie het belangrijk om een maatschappelijke bijdrage te leveren. Zijn er externe eisen, dan stellen factoren buiten de organisatie eisen aan de duurzaamheid.”

Stimulerende maatregelen

Het lijkt het meest voor de hand liggend dat een combinatie van de drie het beste uitgangspunt is. Maar, zo blijkt uit de ervaringen van de zeven grote Utrechtse werkgevers, intrinsieke motivatie leidt bij deze organisaties niet altijd tot de beste resultaten. “Dit komt door het gebrek aan monitoring en het volgen van een uitgewerkt plan. De voorkeur gaat uit naar stimulerende maatregelen, die medewerkers iets bieden en dus weinig weerstand opleveren. Het fietsenplan, een financiële prikkel bij zuinige beslissingen of een duurzamer mobiliteitsalternatief (zoals een ov-chip- kaart of een thuiswerkplek) zijn daar voorbeelden van. Ook het omzetten van een leaseregeling in een mobiliteitsbudget is een maatregel die medewerkers stimuleert om een duurzamere keuze te maken.”

Conclusie: als de intrinsiek gemotiveerde koplopers meer aandacht geven aan monitoring en de organisaties die ‘moeten’ verduurzamen vaker over de grens van automobiliteit heen kijken, levert dat interessante besparingen op. Ook bij de koplopers!

Top 10

Ze hebben nog een mooie top 10 tips als uitsmijter in petto:

1. Heb een duidelijk doel voor ogen.
2. Zorg voor early adaptars/sleutel guren die ermee aan de slag gaan.
3. Doe geen concessies op je hoofddoel en implementeer de maatregelen geleidelijk.
4. Vraag medewerkers om hun input, zo creëer je eigenaarschap.
5. Ga in gesprek, leg je maatregelen uit en licht deze inhoudelijk toe.
6. Start met een pilot.
7. Neem de tijd om maatregelen door te voeren. Houd rekening met een overgangsperiode.
8. Verandering in mobiliteit is een systeemverandering. Zorg dat je het systeem ook aanpakt.
9. Betrek de ondernemingsraad in een vroeg stadium bij de te nemen maatregelen.
10. Geef het goede voorbeeld, inspireer en deel je ervaringen.

Bron: U15

Delen:

vrijdag 16 februari 2018permalink