Autobelasting als beleidsinstrument

Autobelasting als beleidsinstrument

Het behalen van de klimaatdoelen is nodig, maar de autobelastingen en met name de bijtelling moeten daar niet de grootste bijdragen aan leveren. Dat vindt Smart WorkPlace partner VZR (Vereniging Zakelijke Rijders).

Terwijl de verkopen van elektrische auto’s op hun hoogtepunt waren, met de verdubbeling van de bijtelling naar 8% in het vizier, kwam de Algemene Rekenkamer in december 2019 met het oordeel dat de bijtelling in Nederland te laag was. Reëler zou een percentage van 36% zijn, aldus de Rekenkamer in haar onderzoek Autobelasting als beleidsinstrument.
 
Deze aanbeveling is voor VZR voldoende aanleiding om dit onderzoek eens onder de loep te nemen.
De Algemene Rekenkamer heeft besloten onderzoek te doen naar de autobelastingen, daarbij kwam de vraag uit de Tweede Kamer om onderzoek te doen naar de doelmatigheid van de fiscale stimulering van elektrische auto’s.
De hoofddoelen van de autobelastingen, benoemd in Autobrief II, zijn een stabiele inkomstenstroom voor de overheid én een wezenlijke ondersteuning van klimaatdoelen op autogebied via fiscale prikkels. Deze twee zijn niet in harmonie wanneer we kijken naar het streven naar een forse toename van het aantal elektrische auto’s en de stabiliteit van de BPM en accijnzen.
Daarbij concludeert de Algemene Rekenkamer dat tal van maatregelen niet consistent zijn en soms elkaar zelfs tegenwerken. Interessante conclusies en we raden het rapport dan ook aan voor de geïnteresseerden, maar gaan hier alleen dieper in op de bijtelling voor de zakelijke rijder.
 
De berekening

De Algemene Rekenkamer geeft aan dat, met het oog op het opbrengstdoel, de waarde van het privégebruik van een auto van de zaak wordt onderschat. Ze halen er een rapport van de OECD bij om aan te tonen dat Nederland niet 100% maar 69,9% van het voordeel van privégebruik in aanmerking neemt. Omdat deze berekening op de toenmalige 25% bijtelling is gebaseerd, komt de Algemene Rekenkamer met de conclusie dat volgens de benchmark de bijtelling maar liefst 36% zou moeten zijn (100/69,9 x 25%= 35,9%).
 
De staatssecretaris van Financiën reageert zeer helder; de besparingswaarde van de auto van de zaak (stel cataloguswaarde is € 50.000,-) bestaat uit het feit dat er geen privéauto wordt aangeschaft. Deze besparingswaarde wordt berekend op basis van een auto die een leaserijder zou kopen als hij geen auto van de zaak zou krijgen (stel cataloguswaarde is € 30.000,-). Door de bijtelling te stellen op een percentage van de waarde van de daadwerkelijk ter beschikking gestelde auto (in dit voorbeeld 22% van € 50.000,- dus ruim € 900,- per maand) wordt een (veel) hoger bedrag aan inkomen in aanmerking genomen dan de feitelijke besparingswaarde.
De staatssecretaris concludeert: “Het huidige bijtellingspercentage van 22% valt naar de mening van het kabinet binnen de hiervoor beschreven bandbreedte. Het blijft echter een forfaitaire benadering die per definitie niet in alle gevallen een correcte weergave zal zijn van het individuele genoten voordeel van het privégebruik van de auto van de zaak. Dat is immers eigen aan een forfait dat naar zijn aard grofmazig is.”
  
Visie VZR

VZR concludeert over het onderzoek van de Algemene Rekenkamer dat de stabiele inkomstenstroom van de overheid een grote zorg is. Wanneer we inderdaad massaal overgaan op elektrische auto’s betalen we, tot 2026, minder bijtelling, komen er geen brandstofaccijnzen meer binnen en zijn de fiscale stimuleringsvoordelen op BPM en MRB debet aan deze inkomsten. Tegelijkertijd begrijpen we de spagaat van het kabinet om én te streven en stimuleren om de klimaatdoelen te behalen én daarbij de inkomsten op peil te houden.
 
VZR is van mening dat het behalen van de klimaatdoelen nodig is, maar dat de autobelastingen en met name de bijtelling daar niet de grootste bijdragen aan moeten leveren. We zijn dan ook blij met de heldere uitleg van de staatssecretaris van Financiën over de opbouw van de bijtelling.
 
Ten slotte kijken we uit naar de resultaten van de Pilot Variabele Bijtelling op privékilometers die VZR dit jaar uitvoert in het kader van de Mobiliteitsalliantie en het ministerie I & W. In deze pilot onderzoeken we wat het effect zal zijn van betalen op basis van de daadwerkelijk gemaakte privékilometers.

 

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven