Nog steeds groot verschil werkelijk energiegebruik en label
Liefst 65 procent van de Nederlandse kantoorgebouwen heeft een hoger energieverbruik dan het bijbehorende energielabel aangeeft. Dat blijkt uit onderzoek van e-nolis, uitgevoerd bij 119 gebouwen.
Een van de meest opmerkelijke conclusies is dat juist gebouwen met energielabel C of beter ondermaats presteren. Vanaf 2023 is ieder kantoorgebouw vanaf 100 m2 verplicht een energielabel C te hebben. Giel van Giersbergen van e-nolis: “Die verplichting is een goede stap om de energiezuinigheid te verbeteren, maar daarmee ben je er nog niet. Uit ons onderzoek komt een paradox naar voren: juist gebouwen met een beter energielabel presteren in de praktijk slechter dan je op basis van hun energielabel zou verwachten. Maar liefst 70% van de gebouwen met een energielabel C of beter presteert ondermaats.
Prestatieverlies
Gebouwen met een beter energielabel hebben complexere systemen dan gebouwen met een slechter energielabel. Die systemen blijken vaak niet optimaal ingesteld, waardoor niet het optimale rendement wordt gehaald. Zo blijken installaties soms onnodig door te draaien buiten gebruikstijd. Complexere systemen stellen andere eisen aan de werknemers. Verder hebben deze systemen tot gevolg dat men andere vragen moet stellen aan de installateur en dat hier beter gestuurd moet worden op energieverbruik. “Een mogelijke oplossing is om in een contract met de installateur af te rekenen op prestaties. Dat gebeurt nog te weinig,” aldus Van Giersbergen.
Aanbevelingen
Het onderzoek biedt aanbevelingen voor de verschillende belanghebbenden. De overheid zou niet alleen moeten vasthouden aan het verbeteren van het energielabel, maar ook aandacht moeten schenken aan de prestatie conform het energielabel. Vanwege de verplichting van het energielabel C ligt daarop de focus, terwijl juist de operationele energiebesparingen bijdragen aan de doelstellingen van het Energieakkoord.
Eigenaren maken gebouwen aantrekkelijker voor de huurders als ze presteren conform energielabel. Huurders weten dan beter welke kosten ze kunnen verwachten. Technische dienstverleners kunnen hun kennis en kunde inzetten om het verschil tussen energielabel en daadwerkelijke energieprestatie te verkleinen. Als banken meer naar de operationele energiebesparingen kijken, kunnen duurzaamheidsdoelstellingen makkelijker worden gehaald, wordt de verstrekte financiering beter betaalbaar of kunnen meer duurzame maatregelen worden gerealiseerd voor hetzelfde geld.
Zie hier de samenvatting van het onderzoek.
Bron: e-nolis
CSRD: KANS OF BEDREIGING?
woensdag 22 november
Bij Breedweer Facilitaire Diensten, een bedrijf dat schoonmaak gebruikt als middel om impact te maken, was Smart WorkPlace ...
Succesvoorbeelden gezonde en circulaire werkomgevingen
dinsdag 21 november
Een circulaire en gezonde werkomgeving is allerminst een utopie. Dat bleek tijdens SWP op Locatie bij Tarkett in Waalwijk, ...