Een thuiswerkwet? Dat is (nog) niet nodig!
Moet er een thuiswerkwet komen, waarin wordt vastgelegd dat werknemers het recht hebben om thuis te werken? Volgens Leon Koning, advocaat bij GMW advocaten en expert bij Smart WorkPlace, is dat nog niet nodig.
De ontwikkelingen rondom thuiswerken en het werken op een werklocatie zijn volop in beweging. In het oog springt het wetsvoorstel over de zogenoemde ‘Wet werken waar je wilt’ waarin wordt vastgelegd dat werknemers het recht hebben om thuis te werken. Dat wetsvoorstel stuit op veel weerstand. Niet alleen bij werkgevers, ook de Raad van State is van mening dat er op dit moment geen noodzaak bestaat om een wet te maken waarin het recht om thuis te werken is vastgelegd. Ik ben dat met hen eens.
Initiatiefwetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’
Het wetsvoorstel wijzigt de Wet flexibel werken. Het wetsvoorstel regelt dat een werkgever een verzoek van een werknemer om aanpassing van de werkplek alleen nog maar kan afwijzen als sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Met andere woorden: als een werknemer verzoekt om thuis te (mogen) werken, dan moet een werkgever daarmee in beginsel instemmen.
Maar is zo'n wet of aanvulling op de huidige regelgeving op dit moment noodzakelijk?
Raad van State en werkgeversvereniging: voorbarig en onnodig
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel.
Meest in het oog sprint de vraag die de RvS opwerpt over waarom de initiatiefnemers nu al met een wetsvoorstel komen. In het Nederlandse arbeidsbestel is het in eerste instantie aan werkgever en werknemer om afspraken te maken over arbeidsaangelegenheden. De huidige praktijk, ook tijdens de Corona-pandemie, met betrekking tot (de mogelijkheden voor) thuiswerken en werken op de bedrijfslocatie sluit hierbij aan.
Ook is het gebruikelijk dat er in cao’s afspraken worden gemaakt over zulke aangelegenheden. Wetgeving komt pas in beeld als zich structureel knelpunten voordoen waar de praktijk niet goed uitkomt. De RvS ziet dergelijke structurele knelpunten (nog) niet, en constateert dat niet duidelijk is dat er een zodanig probleem is dat de wetgever moet ingrijpen.
De initiatiefnemers van het wetsvoorstel stellen dat voorstel een bijdrage levert aan het faciliteren van de dialoog tussen werkgever en werknemer, maar ook dat vind de RvS op voorhand niet duidelijk. Het bestaande wettelijke kader regelt immers al dat de werkgever met de werknemer moet overleggen als de werknemer verzoekt om zijn werkplek aan te passen. Het wetsvoorstel beperkt alleen de afwijzingsmogelijkheden voor de werkgever. Hiermee wordt het gesprek tussen werkgever en werknemer gestuurd in een bepaalde richting, maar faciliteert het de dialoog niet zonder meer. Het wetsvoorstel veronderstelt ook dat het in beginsel aan de werknemer is om te bepalen waar hij zijn werkzaamheden verricht. Dit roept de vraag op of het wetsvoorstel voldoende recht doet aan de taak van de werkgever die primair verantwoordelijk is voor het organiseren van de arbeid.
Ook werkgeversvereniging AWVN sluit zich bij de kritiek van de Raad van State op het wetsvoorstel aan.
Conclusie
Met zowel de Raad van State als de AWVN ben ik van mening dat een duidelijke reden voor de nieuwe regeling er (nog) niet is. Daarbij verdient opmerking dat in steeds meer cao’s het recht op thuiswerken, althans regelingen daaromtrent worden opgenomen en uitgewerkt. In de praktijk zie ik dat steeds meer werkgevers, ook zonder aanpassingen van de cao, overgaan tot het vastleggen van het thuiswerkbeleid.
Het geldende arbeidsbestel voldoet mijns inziens. De praktijk wijst uit dat het werkgever en werknemer lukt om afspraken te maken over (de mogelijkheden met betrekking tot) thuiswerken. Pas als duidelijk en na gedegen onderzoek zou blijken dat er zich structureel knelpunten voordoen waar de praktijk niet goed uitkomt, dan kan een (vergelijkbaar) wetsvoorstel wellicht uitkomst bieden. Daarvan is evenwel (nog) geen sprake.
FMXXL Facilitair Management maakt voor het tweede jaar op rij ...
maandag 27 november
FMXXL is voor de tweede keer op rij uitgeroepen tot een van de 927 snelst groeiende bedrijven van Nederland.
Ontdek het perspectief van de gast
zondag 26 november
Een succesvolle cateringdienstverlening valt of staat met tevreden gasten. Maar wat wil die gast nu precies? Hun perspectief ...