Blog Petra Biemans: 'Werkplekken met WOW-factor'
Al enkele jaren doen we vanuit mijn lectoraat onderzoek naar de verandering van werk. Daar horen werkplekken bij en dat zijn, zo blijkt, zijn geen saaie kantoortafels meer met een vaste computer en een stapel bakjes erop.
Surfend op internet heb ik zelfs al schommels, glijbanen, biljarttafels, cafés en boomhutten voorbij zien komen. Je kunt tegenwoordig vergaderen in huiskamers, oerwouden, spaceshuttles en keukens. Veel hout, planten en ‘mindfull’ concepten komen voorbij. Bedrijven als Google, YouTube, Booking.com, Facebook en AirbnB scoren hoog als het gaat om creatieve werkplekken, waar je meer kan doen dan werken en waar van alles te beleven is. Kortom: fantastische plaatsen om te vertoeven met absoluut een hoge ‘WOW-factor’. Wie wil dat nu niet, zou je denken?
Waarom een WOW-werkplek?
Als onderzoeker vraag je je dan af waarom een bedrijf investeert in die fantastisch uitziende werkplek: is het iets waar werknemers behoefte aan hebben, leveren mensen betere prestaties in een dergelijke omgeving en worden ze innovatiever?
De bedenkers en makers van die prachtige concepten weten het zeker: het kantoor is niet meer alleen een plek waar werknemers hun werk doen, maar moet ook inspireren en je moet als werknemer, klant of bezoeker de omgeving kunnen ‘beleven’. Het moet een werkplek zijn die stimuleert om tot innoveren en tot betere prestaties te komen. Daarnaast moet is ook de uitstraling belangrijk, want dat kan bijdragen aan het imago van het bedrijf.
Werkt een WOW-werkplek eigenlijk?
Maar klopt dit ook? Natuurlijk ziet het er allemaal geweldig uit, maar leidt het ook tot betere prestaties? Zeker weten doe ik het niet en dus ben ik maar eens op onderzoek gegaan. Wat blijkt? Veel bewijs is er niet en de onderzoeken die er liggen dateren al weer van een jaartje of wat geleden: onderzoeken uit 2005 (De Croon e.a.) en 2008 (Batenburg e.a.) leveren geen hard bewijs. Noch voor positieve en noch voor negatieve effecten. Kantoorconcepten hebben geen duidelijke invloed op zaken als welbevinden, autonomie en persoonlijke relaties. En evenmin op productiviteit en communicatie.
En er is meer. Acht jaar geleden verscheen een onderzoek waar ik ook wat aan heb in deze kwestie. Destijds was HNW oftewel ‘Het Nieuwe Werken’ een hot-topic in organisatieland. Voor wie dat niet (meer) weet: HNW staat voor kantoortuinen, deels thuis werken en flexibele werkplekken. Alles ondersteund natuurlijk door technologie. WOW en HNW gaan dus goed samen. Sterker: WOW werkplekken kúnnen alleen maar in een omgeving waar HNW plaats vindt. Wat zegt het onderzoek uit die tijd? In het artikel Het nieuwe werken ontrafeld wordt dit beschreven. Organisaties waren destijds zeer geïnteresseerd en hebben hoge verwachtingen van HNW: uit efficiency overwegingen, omdat het scheelt in de kosten van gebouwen en op reiskosten. Maar het levert volgens hen ook voor de medewerkers het nodige op: praktische zaken als de mogelijkheid tot het mijden van files en het verminderen van reistijd, flexibelere werktijden en een betere werk-privé balans. Maar ook meer innovatie, meer samenwerking, verhogen van de klanttevredenheid en meer betrokkenheid en tevredenheid van werknemers zou het resultaat moeten zijn. De praktijk blijkt echter weerbarstig: niet iedereen lukt het om in een kantoortuin of thuis veel werk te verzetten. Ze missen de rust en de structuur van vaste tijden en een eigen plek. Ook managers moeten er erg aan wennen: Mensen die ergens in een gebouw aan de slag zijn of misschien wel thuis, dat vergt een andere aansturing.
En wat levert het dan concreet op? Als opbrengsten noemen de bedrijven vooral de praktische zaken: minder kosten en minder reiskilometers. Ook een imagoverbetering en profilering worden genoemd. Maar meer innovatie en betere samenwerking? Daar zijn geen aanwijzingen voor. Jammer dus. Maar waarom dan toch WOW-werkplek?
Ik kan me er wel wat bij voorstellen: nu de arbeidsmarkt weer krap is en nog krapper wordt, moet je als werkgever erg je best doen, om geschikte mensen aan te trekken, zeker als het gaat om jonge hoog opgeleide mensen gaat. Een ‘gewone’ werkplek voldoet dan natuurlijk niet en uitstraling speelt een belangrijk rol.
Eigen onderzoek naar WOW
Kantoor van Lego in Denemarken. Foto: Rosan Bosch
Omdat ik geen praktijkonderzoek kon vinden heb ik een en ander geheel aselect, zelf maar eens getoetst in de praktijk.
Eerst bij mijn dochter van bijna 15 (VWO-4 Technasium). Die heeft er een nuchtere kijk op: Het hoeft van haar geen grijs hokje te zijn, maar ook geen speelparadijs, “want het moet praktisch zijn en je moet er ook rustig kunnen werken. Je moet niet teveel afleiding hebben.” Die glijbanen en schommels vindt ze maar kinderachtig overigens.
Vervolgens mijn zoon van 17 bevraagd, die net is begonnen aan een creatieve opleiding (Mbo-4 Webdesign). Voor hem hoeft het evenmin. Zo saai als vroeger moet het beslist niet en het mag best fleurig zijn, maar niet al te gek. Ook hier: je moet er vooral goed kunnen werken. Rustig én samen met anderen. “Je weet toch wel dat de jongeren van nu er conservatiever tegen aan kijken dan die millenials!?”voegt hij er nog even aan toe.
Ze vinden het gezocht en gewoon een truc van de bedrijven om zichzelf beter neer te zetten. Naar je werk ga je om te werken en niet om te biljarten of te schommelen. Dat is de boodschap die beiden afgeven. En ‘belevenissen’? Die verzamel je overal en dat hoeft niet persé op de werkplek te zijn. Gelukkig dus maar dat de meeste bedrijven het niet té gek maken en zijn de Googles en Facebooks van deze wereld uitzondering en geen regel. Een beetje WOW is genoeg. Als oudere werknemer kan ik gerust zijn.
Lector HRM & Persoonlijk Ondernemerschap, Hogeschool Inholland
Meer artikelen van Petra Biemans
De onderschatte waarde van vergaderingen
dinsdag 19 december
Vergaderingen zijn veel meer dan momenten van overleg: ze vormen een spiegel van de cultuur binnen jouw organisatie. In ...
Duurzaam aanbesteden in de facilitaire sector: het kan!
dinsdag 19 december
We hebben de mond vol over duurzaamheid. In de praktijk blijkt duurzaam opereren een stuk weerbarstiger, concluderen deelnemers ...