Onlangs bracht de World Green Building Council het Bringing Embodied Carbon Upfront rapport uit. SWP vroeg partners naar het belang van het rapport en de rol van hun bedrijf. In deel 2 Geanne van Arkel van Interface.

Wat is volgens u het belang van het rapport?

“De essentie van het Bringing Embodied Carbon Upfront rapport is dat CO2 niet alleen uitgestoten wordt door energie, maar dat ook het gebruik van materialen, produceren en transporteren
van interieur- en exterieur elementen bijdraagt en dat kan tot 49% van de CO2 footprint van een project zijn. De uitdaging is dus om met het klimaat in gedachten te ontwerpen en te kiezen voor klimaatneutrale producten zoals het geval is voor alle vloeren van Interface in het Carbon Neutral Floors programma of voor producten die zelfs klimaatpositief zijn en een CO2 negatieve footprint hebben.”

Wat zijn volgens u de voornaamste uitdagingen die uit het rapport naar voren komen?

“De grootste uitdaging is de benodigde radicale producttransparantie, dus niet alleen een overzicht van de grondstoffen, maar ook de CO2 footprint en andere impacts beschikbaar maken zoals in een milieu-productverklaring. MaterialsCAN is voor de gebouwde omgeving een samenwerking van verschillende partijen in de bouw om een onafhankelijk platform te ontwikkelen waar al deze data beschikbaar zijn; EC3, ‘embodied carbon in construction’. Hierdoor kun je in producten echt keuzes maken die de CO2 footprint van een ontwerp radicaal reduceren. Voor het interieur is in Nederland een tool ontwikkeld: INSIDE/INSIDE.”

Wat is de rol van jullie bedrijf bij het realiseren van deze uitdagingen?

“We stimuleren ontwikkelingen als MaterialCAN en INSIDE/INSIDE maar laten vooral zien dat het mogelijk is om producten te ontwikkelen met een ultra-lage CO2 footprint; gemiddeld ligt de footprint van een Interface tapijttegel nu meer dan 60% lager dan in 1996 en we willen zelfs verder gaan dan dat. CircuitBac Green is een rug die ontwikkeld is naar aanleiding van een prototype klimaatpositieve tapijttegel met zelfs een negatieve CO2 footprint. In deze onderkant van de tapijttegel is de olie die gebruikt wordt voor de flexibiliteit en daardoor lijmvrije installatie mogelijk maakt, vervangen door een bio-plastic met dezelfde eigenschappen.

We werken daarnaast ook samen met Biomimicry 3.8 om dit gedachtengoed nog verder te ontwikkelen. Hoe kan de gebouwde omgeving functioneren als een bos? Met het Factory as a Forest (FaaF)-programma test Interface deze strategie in de praktijk. Met het programma ontwikkelde de fabrikant een methode waarbij hun fabriek dezelfde ecosysteem-diensten kan leveren als een lokaal goed functionerend ecosysteem. Stel je eens voor dat we gebouwen en steden als een bos gaan ontwikkelen waardoor deze bijdragen aan een betere luchtkwaliteit, waterabsorptie, de omgeving koelen en ruimte creëren voor biodiversiteit. De projecten van Stefano Boeri, die onlangs een presentatie gaf bij de Dag van de Stad in Den Haag, zoals Wonderwoods in Utrecht, laten zien hoe dit eruit kan zien. De natuur als benchmark zorgt voor ontwikkelingen waar wij als mens ons beter in voelen, als extra positieve spin-off en voorkomt de klimaatproblematiek die we nu in de gebouwde omgeving ervaren.”

Geanne van Arkel is Head of Sustainable Development bij Interface.

Lees hier deel 1, Debby Slofstra van Schneider Electric.

maandag 11 november 2019permalink