“De wereld een beetje beter maken”

“De wereld een beetje beter maken”

Claire lutje Schipholt (r.) vertelt gedreven over haar doelstelling om de werkomgeving in de ABN AMRO-gebouwen gezonder te maken.

In de stand van het Blue Building Institute organiseerde Royal HaskoningDHV vorige week op de Provada een sessie over hoe een gezonde omgeving een bijdrage kan leveren aan de business en mensen. En hoe je dit meetbaar maakt. Gastvrouw Ellis ten Dam (links op de foto) sprak de openingswoorden en introduceerde Claire lutje Schipholt die enthousiast vertelde over de onderzoeken.

ABN AMRO en Royal HaskoningDHV zijn beide partner van het Blue Building Institute (BBI). Het BBI heeft als doelstelling om gezondheid in gebouwen te bevorderen. Een van de verkozen middelen hiervoor is de WELL Building Standard. De toepasbaarheid van deze standaard is getest door middel van een quickscan naar twee ABN AMRO kantoren: Koningskade te Den Haag (reeds verduurzaamd) en Stationsplein te Enschede (nog te verduurzamen). Het onderzoek naar de medewerkerstevredenheid op deze kantoren werd gedaan middels een Leesman survey. Hier werd, naast de tevredenheid, tevens het belang van verschillende delen van de werkomgeving bevraagd.

“Wat zeggen de mensen zelf?”

Ongeveer anderhalf jaar geleden ging Claire lutje Schipholt aan de slag als product development manager Facility Management bij ABN AMRO. Meer concreet werd ze verantwoordelijk voor het verder ontwikkelen van een gezonde werkomgeving in de gebouwen van ABN AMRO. 

“Een baan die me als gegoten zit,” vertelt Claire lutje Schipholt. “Als bedrijfskundige – ik studeerde Business Society Management – wist ik alleen maar van het bestaan van gebouwen. Maar nu kijk ik heel anders tegen gebouwen aan. Daarbij ben ik zeker geholpen door mijn intrinsieke motivatie om de wereld een beetje beter te maken. Door de onderzoeken van WELL en Leesman is een goed inzicht ontstaan hoe de gebouwen functioneren en worden gewaardeerd.”

“Voor mij is wel duidelijk dat een gezamenlijke aanpak van de diverse afdelingen in een organisatie noodzakelijk is om succesvol een gezonde werkomgeving te realiseren. Er zal echt over de bestaande silo’s als Human Resource Management, ICT en Facility Management heen gekeken moeten worden. En daarbij zullen we onze reis naar die gewenste gezonde en energieke werkomgeving stap-voor-stap moeten afleggen.” 

“We hebben nu niet direct als doelstelling om al onze panden te certificeren volgens de WELL Standard. We moeten leren van de inhoudelijke kennis uit deze WELL Standard en de ervaring en wensen vanuit de medewerkers meenemen. Hiermee kunnen we stap voor stap aanpassingen gaan doen. Het heeft dus ook niet met het inbrengen van technische systemen alleen te maken, ook de mening van de medewerkers is belangrijk. Wat werkt wel en wat niet? Daar zijn we voortdurend mee bezig. Dit betekent dat we aan de hand van kpi's goed volgen wat effecten zijn en bijstellen waar nodig. “ 

Onderzoeken

Esti Tichelaar formuleerde namens Royal HaskoningDHV de vragen die ABN AMRO zich stelde bij de start van het onderzoek naar een gezonde werkomgeving. Want wat is een gezond gebouw? En hoe biedt ‘Wellbeing’ waarde voor de gebruikers van een gebouw? Om meer grip op deze vragen te krijgen en om te weten wat nou de beleving is van de medewerkers in deze gebouwen, werd een pilot georganiseerd waar drie panden langs de WELL Standard én Leesman zijn gehouden.   

Uit de pilot kwamen drie belangrijke inzichten naar voren:

1. Meet de gebouw- en gebruikerskant. Wees je bewust van beide kanten om verdere optimalisatie af te wegen. Het hebben van een goed inzicht in het functioneren van je gebouw is belangrijk en weet wat voor waarde de gebruiker hier aan toekent.

2. Zorg vervolgens dat de basis op orde is. Dit gaat enerzijds om een comfortabel klimaat met goede luchtkwaliteit, goede temperatuurregeling en voldoende daglicht en anderzijds om een omgeving waar men gefocust kan werken (bijvoorbeeld door de akoestiek zorgvuldig te ontwerpen). Wanneer dit niet in orde is, leert men, zal het effect van alles wat je hier bovenop investeert teniet gaan. Een werkomgeving met veel en gevarieerde samenwerkplekken zal als minder worden ervaren wanneer men niet ook gefocust kan werken. 

3. Bepaal waar waarde wordt toegevoegd. Hoe wordt, naast het basiscomfort, extra geïnvesteerd in de werkomgeving? Hoe wordt de maximum value-for-effort behaald? Waarmee wordt de meeste impact behaald? Combineer hierin bijvoorbeeld de uitkomsten vanuit de WELL Standard en de uitkomsten van Leesman en er ontstaat een shortlist van zaken waar verbetering mogelijk is vanuit Wellbeing en waar de gebruiker waarde aan toekent. Of dit nou diversiteit van plekken is, ruimte voor samenwerken én concentreren, of meer belevingsaspecten zoals gebruik van groen, kleur en ontmoetingsplekken. Zorg daarbij dat dit tevens past bij de strategie vanuit het bedrijf en wat voor de gebruiker van belang is. Pas kan er écht waarde worden toegevoegd vanuit wellbeing, aan zowel de business als de mensen.

Bron: Smart WorkPlace

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven